Ondernemende kunstenaar

03-12-2021
Ondernemende kunstenaar

Als jonge jongen in een kunstenaarsgezin zag hij dat het ingewikkeld kan zijn om als kunstenaar van het vak te leven. Toegepaste kunst – nog steeds kunst, maar dan te industrialiseren – was het voor hem. Maar de vrijheid om geheel zelf eigen stukken te ontwerpen, wordt bij Lex Pott wel steeds sterker.

Ondernemende kunstenaar

‘Twee jaar geleden kwam Banne, een nieuw Nederlands designmerk, met de vraag of ik een kuipstoel wilde ontwerpen die in massaproductie kon gaan’, zegt Lex Pott (36), de in Rotterdam gevestigde ontwerper. ‘Nu was het altijd een droom van mij een goede eetkamerstoel te ontwerpen. Het is toch een heilige graal, als een koningsnummer op de Olympische Spelen, voor de ontwerpwereld. Een stoel is ook een van de meest ingewikkelde objecten. Je hebt met zoveel factoren te maken: ontwerp, materialisatie, constructie, ergonomie en het moet ook betaalbaar zijn. Dat hele pallet maakt het nogal een uitdaging om een goede stoel te ontwerpen. Maar het zaadje was al geplant en het kon nu ontkiemen.’

Ondernemende kunstenaar

Massaproductie
Zo in opdracht ontwerpen voor massaproductie was niet iets dat hij van huis uit geleerd had. ‘Mijn vader was schilder, mijn moeder beeldhouwer. Ik ben opgegroeid met musea en kunst. Maar ik heb ook gemerkt hoe ingewikkeld het kan zijn om als kunstenaar van het vak te leven. Pas toen ik na de middelbare school bij de Design Academy ben gaan kijken, viel bij mij het kwartje. Toegepaste kunst, het is zo fascinerend. Het is nog steeds een kunstvorm, maar door de functionaliteit is schaalbaar, is het te industrialiseren.’

Ondernemende kunstenaar

Hij rolde door de Design Academy heen, studeerde cum laude af en begon daarna direct zijn eigen bedrijf en deed bij andere studio’s ervaring op. ‘Aan de ene kant heb ik altijd opdrachten gedaan, andere kant vrij werk. Opdrachten vormen de toegepaste kant, je moet je dienstbaar opzetten. Vrij werk kan ik meer als kunstenaar benaderen. Vrij werk is het leukst, omdat ik zelf de kaders kan bepalen. Maar ik haal ook veel plezier uit opdrachten, omdat ik daarbij gedwongen wordt na te denken over zaken waar je anders niet aan toe zou komen. Ik zou het geen beroepsdeformatie willen noemen, maar ik denk altijd in producten. Ik kijk naar mijn eigen leven: wat gebruik ik, en hoe zou ik dat zelf willen ontwerpen. Hoe vertaal je persoonlijke noodzaak naar publieke noodzaak, zodat het uiteindelijk schaalbaar wordt. Als je jezelf als uitgangspunt neemt als gebruiker, dan begin je vanuit de goede positie. Want wie zou wel willen hebben wat je zelf niet wil hebben?’

Ondernemende kunstenaar

Ambachtsman
‘Ik ben nog wel een ouderwetse maker, een ambachtsman. Ik vind het fijn om fysiek te ontwerpen, ik moet met mijn handen bezig zijn. Omdat ik daarbij altijd vanuit materialen en technieken werk, weet ik nooit wat er uit gaat komen. Ik wil me niet beperken tot een categorie. Het gaat om diversificatie en variatie in mijn werk, en daardoor weer met meer materialen in contact komen. Stel ik werk met kaarsen voor massaproductie. In die context wil ik meester worden en alles beheersen: materialen, prijs, beperkingen. Het duurt ook vaak twee jaar voordat ik een materiaal of techniek volledig kan doorgronden. Om op dat hoogtepunt iets daaruit te maken. Het maakt het mooi om de diepte in te gaan, fundamenteel onderzoek te doen.’

Ondernemende kunstenaar

Eetkamerstoel
En toen kwam dus de opdracht voor de eetkamerstoel voorbij. ‘Door het materiaal en hoe de stoel is ontstaan, past de stoel goed in deze tijd. Enerzijds is de stoel van gerecycled plastic gemaakt. We moeten veel plastic recyclen om de rotzooi die we veroorzaakt hebben op te ruimen. Plus we leven in steeds meer stedelijke omgevingen en daarin zijn de vierkante meters schraal. Deze stoel oogt royaal maar is compact in afmetingen, je kan deze stoel zo onder de tafel schuiven. En daarnaast zit ie verdomd lekker, dat wil je in eerste instantie in een stoel.’

De Void Chair komt heel binnenkort op de markt. ‘Wat wil ik nu nog? Ik heb een soort van mijlpaal afgesloten. Tegelijk groeien er nieuwe dromen en ambities. Wat ik zou willen doen is volledig vrije projecten zelf ontwikkelen en uitbrengen, minimaal één per jaar. Daar heb je wel ruimte en geld voor nodig. In het verleden is me wel eens gezegd; kies iets, de galeriewereld of meer industrieel. Maar ik wil ook voor opdrachtgevers blijven werken, omdat ik daar zeer veel voldoening uithaal. Vrij werk en in opdracht vullen elkaar goed aan. Juist het variëren, maakt het interessant.’